De 6 vakgebieden van BRUGEL

3. Socio-economische Zaken

Interview met Carine Stassen


DOWNLOAD DIT HOOFDSTUK
DELEN

Twitter  /  

Linkedin  /  

Facebook



In het kader van de instrumenten die de federale regering heeft ingevoerd om gezinnen beter te beschermen (specifiek sociaal tarief en het Energiefonds), zorgt ook de Brusselse wetgever voor de bescherming van de huishoudelijke verbruikers die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gedomicilieerd zijn. De dienst Socio-economische Zaken van BRUGEL adviseert de regering en verzekert de goede werking van de verschillende geïmplementeerde gewestelijke hefbomen, om alle Brusselaars toegang te geven tot de energiemarkt.

Welke wettelijke waarborgen hebben de Brusselse consumenten in 2019 beschermd?

Carine Stassen: In 2019 was de bescherming van de Brusselse consument nog altijd opgebouwd rond vier pijlers: de verplichting voor leveranciers om een aanbod te doen, de driejarige contracten, de toekenning van het gewestelijk statuut van beschermde afnemer op vrijwillige basis en de verplichte beslissing van de vrederechter om een contract te ontbinden. Huishoudens van wie het contract afliep tijdens de winterperiode, bleven bevoorraad en gingen automatisch over naar SIBELGA, tegen het sociale tarief.

Wat is uw mening over de inhoud van deze beschermingsmaatregel?

Carine Stassen: We hebben naar aanleiding van een in 2019 uitgevoerde systemische analyse van het reguleringskader en de impact daarvan op de energiemarkt van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vastgesteld dat de beschermingsmaatregelen op gewestelijk vlak de concurrentiedynamiek van de markt belemmerden. Dit effect heeft vervolgens een negatieve weerslag op alle huishoudens en, ironisch genoeg, vooral op de meest kwetsbare klanten.

Eenvoudig gesteld: de openbare dienstverplichtingen van de leveranciers eisen dat zij - om de risico's te beperken die eigen zijn aan om het even welke commerciële activiteit - de gegevens van toekomstige nieuwe klanten analyseren, dat zij hun voordelige aanbiedingen in het BHG beperken, dat zij strengere en snellere invorderingsprocedures toepassen en, tot slot, dat zij contracten met "moeilijke" klanten niet verlengen. Al deze maatregelen hebben helaas nadelige gevolgen voor kwetsbare klanten, die moeilijk gunstige leveringscontracten verkrijgen. Zij worden als gevolg daarvan geconfronteerd met betalingsmoeilijkheden en geraken al snel verwikkeld in een - vaak erg dure - invorderingsprocedure. Dit eindigt over het algemeen voor de vrederechter, met een kennisgeving van afsluiting van het leveringspunt, gekoppeld aan een aanzienlijke schuld, die de energiearmoede nog verergert. Deze spanningen belemmeren de ontwikkeling van de Brusselse energiemarkt, met als gevolg dat leveranciers jaar na jaar de Brusselse markt de rug toekeren.

Alle indicatoren wijzen dus duidelijk op een verslechtering van enerzijds de energiemarkt en anderzijds de situatie van de meest kwetsbare klanten. BRUGEL wil nu een assertiever discours voeren over dit thema.

Hoe verklaart u deze situatie?

Carine Stassen: De Brusselse energiemarkt is niet erg dynamisch. De gevestigde leverancier heeft nog steeds 65% van het marktaandeel; de rest is verdeeld over vier leveranciers, waarvan twee minder dan 5% van de markt in handen hebben. Drie van deze leveranciers nemen nog steeds klanten aan zonder aanvullende voorwaarden en bieden onvoorwaardelijke contracten aan.

Veel huishoudens van wie het contract bijna afloopt en die een energieschuld hebben of van wie de meter is afgesloten als gevolg van een beslissing van de vrederechter, vinden geen andere leverancier. Deze situatie treft niet alleen de kwetsbare huishoudens, maar heeft ook gevolgen voor alle Brusselse gezinnen.

Hoe benadeelt deze situatie alle Brusselse consumenten dan volgens u?

Carine Stassen: Voorzichtige leveranciers zijn terughoudend om aantrekkelijke aanbiedingen voor te stellen. Dit betekent dat de inwoners van Brussel, in termen van het totale marktaanbod, geen toegang hebben tot de meest interessante aanbiedingen, of tot aanbiedingen die het best aansluiten op hun verbruikersprofiel. Dit marktaspect vertraagt de dynamiek waaraan een concurrerende markt normaal gesproken onderhevig is.

Volgens onze berekeningen liggen de tarieven die Brusselaars betalen ongeveer 20% hoger dan de tarieven die in het Vlaamse Gewest worden aangeboden. Dit jaar hebben we een aanzienlijke versnelling gezien in het tempo waarin het BHG achterblijft t.o.v. de rest van het land.

Daarnaast is het ook belangrijk te vermelden dat voor de nichemarkten (100% groene leverancier, aanbiedingen voor elektrische voertuigen, enz.) het aanbod in het BHG veel beperkter is dan het aanbod in de andere twee gewesten.

BRUGEL wil niet dat de Brusselse consument een "sub-consument" wordt die niet dezelfde kansen en voordelen krijgt als Vlaamse of Waalse huishoudens.

We zijn er dan ook van overtuigd dat het energievraagstuk in Brussel te vaak wordt benaderd vanuit het enge perspectief van de kwetsbare klanten. Het is wellicht beter om uit te gaan van een maatschappelijke en brede logica en tegelijkertijd een specifiek kader voor de bescherming van kwetsbare personen te overwegen. Concreet raden wij aan om ons te richten op de gemiddelde huishoudelijke klant, zodat hij kan genieten van een dynamische markt en gerichte aanbiedingen.

Tegelijkertijd hebben we proactieve, doelgerichte en begeleide beschermingsmaatregelen nodig. Net zoals in Vlaanderen en Wallonië. Ter illustratie: wij zijn voorstander van het zogenaamde trechtersysteem d.w.z. een doelgerichte en versterkte bescherming van de meest kwetsbare huishoudens en, omgekeerd, een grotere verantwoordelijkheid voor de anderen.

U vermeldt het statuut van beschermde klant als één van de vier beschermingsinstrumenten waarop de Brusselse consument een beroep kan doen. Hoe is deze situatie in 2019 geëvolueerd?

Carine Stassen: In 2018 werd het statuut van beschermde klant enigszins hervormd. Tegen het advies van BRUGEL in stelde de Brusselse regering dat het eenvoudigweg volstond om de vermogensbegrenzer weg te halen om het aantal beschermde klanten te verhogen. In 2019 hebben we vastgesteld dat als gevolg van deze maatregelen het aantal beschermde klanten slechts met 10% toenam. Tegelijkertijd hebben we vastgesteld dat er nog steeds evenveel, zo niet nog meer meters werden afgesloten. In die context is ook het bedrag van de openstaande schuldvorderingen bij de leveranciers niet gedaald. Conclusie: deze hervorming heeft geen vruchten afgeworpen!

Hoe verklaart u deze mislukking?

Carine Stassen: Zoals we reeds vroeger opmerkten, wordt de gewestelijke productie niet gestimuleerd door het statuut van beschermde klant zoals het nu bestaat. Wij zijn er namelijk van overtuigd dat de administratieve procedures om van deze bescherming te genieten te omslachtig zijn en dat het systeem te ingewikkeld is om te beheren en zijn doel voorbijschiet. Er moet dringend een nieuwe beschermingspijler worden ontwikkeld, die niet alleen curatief maar ook proactief is. Ook bescherming alleen is niet genoeg. Sociale begeleiding is essentieel voor het succes van de maatregel.

En wat vindt u van de vermogensbegrenzer?

Carine Stassen: De vermogensbegrenzer moest worden afgeschaft omdat is gebleken dat hij geen effect heeft op de energiearmoede. Wij pleiten ervoor om het vrijgekomen budget aan te wenden voor de opvolging en sociale begeleiding van de kwetsbare klanten. Aangezien de vermogensbegrenzer de grootste budgetpost is voor de openbare dienstverplichtingen van de distributienetbeheerder, zouden deze bedragen kunnen worden besteed aan andere, nuttigere acties. De DNB zou dan als "marktfacilitator" kunnen optreden en worden beschouwd als de schakel tussen de energieleverancier en de klant, in het belang van de klant. Het is belangrijk om de klant (opnieuw) centraal te stellen in de procedures.

Ziet u deze situatie als een noodzakelijk kwaad?

Carine Stassen: Natuurlijk niet! Maar het is wel zo dat de sociale logica in Brussel wordt geconfronteerd met de marktlogica. In een marktlogica is het onmogelijk om zo'n onbepaald risico te nemen. Vooral in de energiesector, die eerder met een beperkt risico opereert. De bescherming door de vredesrechter - met de daaruit voortvloeiende termijnen - is in strijd met de concurrentielogica, aangezien de leveranciers geen duidelijke visie hebben op de situatie en dus hun risico niet kunnen inschatten. We zouden zelfs geneigd zijn te zeggen dat in Brussel de voorwaarden van de energiemarkt op gespannen voet staan met de vrijmaking ervan.

Wat is uw advies?

Carine Stassen: BRUGEL raadt aan om het beschermingssysteem te laten evolueren en dynamischer te maken. Het moet zich toespitsen op klanten in moeilijkheden, zowel op tijdelijke basis als structureel. Op basis van deze vaststelling zouden we graag zien dat er een automatische bescherming wordt ingevoerd voor alle begunstigden van het sociale tarief. Zo zouden de meest kwetsbaren nooit in een situatie van energiearmoede terechtkomen. Deze kwetsbare bevolking moet rechtstreeks kunnen worden bevoorraad door netbeheerder SIBELGA. Er is ook nood aan proactieve sociale begeleiding en een hervorming van het vredegerechtssysteem, omdat het niet langer een beschermingsinstrument voor de burger is.

Waarom stelt u het beroep op het vredegerecht ter discussie?

Carine Stassen: Omdat uit de cijfers blijkt dat 90% van de rechtzoekenden niet komt opdagen voor de hoorzittingen in geval van energieconflicten. En als ze niet aanwezig zijn, dan wordt hun meter automatisch afgesloten. Door te pleiten voor een voorafgaande bemiddeling denken we dat kwetsbare personen beter kunnen worden beschermd. Veel mensen komen met het gerecht in aanraking omdat ze de administratieve regels niet kennen of de taal niet beheersen. Leveranciers begrijpen dan niet wat hen overkomt. Eind 2019 hebben we een advies in die zin en maatregelen ter goedkeuring aan de regering voorgelegd. Aangezien het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het gewest is met de meeste meterafsluitingen, hopen we dat er naar ons zal worden geluisterd.

Welke conclusies trekt u uit de markttoestand in 2019?

Carine Stassen: In 2019 fuseerde Direct Energy met Lampiris, wat maakt dat de Brusselse markt nog een leverancier minder heeft. Bij een krimpende markt bestaat het risico dat er te weinig leveranciers zijn om van een vrijgemaakte markt te kunnen spreken.

We hebben in 2019 ook voor het eerst meer afsluitingen als gevolg van contractbeëindigingen dan afsluitingen als gevolg van vonnissen van het vredegerecht vastgesteld. Deze verontrustende situatie betekent dat het wettelijk kader dat door de interventie van de vrederechter werd gewaarborgd, geleidelijk aan is omzeild. Met andere woorden: het is de markt die beslist en niet langer het gerecht. Deze situatie illustreert eens te meer de tekortkomingen van het Brusselse regelgevingssysteem.

Wat is volgens u dan een goede bescherming?

BRUGEL is ervan overtuigd dat een goede bescherming geen bescherming is die klanten zo lang mogelijk bevoorraadt zonder dat zij hun rekeningen betalen. Helaas is dit wat het huidige beschermingssysteem aanmoedigt. Een goede bescherming is een bescherming die zich correct richt op de begunstigden en die structurele oplossingen aanreikt, in combinatie met een sociale ondersteuning, om de meest kwetsbare bevolkingsgroepen op lange termijn uit hun kwetsbare situatie te halen.

Waarom deze plotse geëngageerdheid?

Carine Stassen: BRUGEL stelt heel wat alternatieven voor het huidige kader voor, omdat de situatie totaal ontwricht is. Anders hadden we niet om zulke ingrijpende veranderingen gevraagd. Wij willen een nieuw systeem bedenken, dat uitgaat van een automatische en proactieve bescherming van de klant, waarbij de klant wordt bevoorraad door de netbeheerder en begeleid door het OCMW. Dit is natuurlijk een hele omwenteling! Maar enkel met dergelijke maatregelen kan de DNB een echte maatschappelijke rol vervullen. BRUGEL is van mening dat de opdracht van de distributienetbeheerder moet worden uitgebreid: hij moet ook de functie van sociale leverancier vervullen.

Met welke grote initiatieven hebt u deze situatie aangepakt in 2019?

Carine Stassen: In samenwerking met de communicatiedienst van BRUGEL heeft de sociale dienst het nationale energieovernamedocument bijgeschaafd en verduidelijkt. Dit document, dat de technische gegevens voor de elektriciteits- en gasmeters bevat, moet bij een verhuizing worden ingevuld. En aangezien 67% van de Brusselse woningen verhuurd wordt, komen meterveranderingen hier vaker voor dan elders.

Dit document zorgt voor een vlotte overgang tussen de oude en de nieuwe bewoner van een woning. Wanneer dit document correct is ingevuld, wordt veel rompslomp vermeden: de sluitingsfactuur is conform en het contract van de nieuwkomer is duidelijk.

Een slecht ingevuld document leidt daarentegen vaak tot verkeerde interpretaties en uiteindelijk tot administratieve complicaties. Wetende dat meer dan 13.000 meterafsluitingen het resultaat zijn van slecht voorbereide verhuizingen, hebben we beslist om twee afzonderlijke documenten aan te bieden die begrijpelijk zijn voor alle verbruikers. Het eerste document is voor conventionele klanten; het tweede is voor klanten die fotovoltaïsche panelen bezitten. Toen deze nieuwe documenten klaar waren, werden ze aangekondigd met een ambitieuze communicatiecampagne, die zijn vruchten heeft afgeworpen.

In 2019 zag het federale gas- en elektriciteitsfonds zijn financiering teruggeschroefd. Hoe reageerde BRUGEL hierop?

Carine Stassen: In 2019 hebben we deelgenomen aan een studie over dit federale gas- en elektriciteitsfonds dat de OCMW's financiert. Aangezien de bedragen die aan deze fondsen worden toegekend voortdurend worden teruggeschroefd, hebben we vastgesteld dat sommige OCMW's van het Gewest niet langer over de nodige middelen beschikken om de rekeningen van kwetsbare gezinnen te betalen. De Koning Boudewijnstichting en de stakeholders van de verschillende gewesten hebben deze studie uitgevoerd en voorgelegd aan de regering, zodat het fonds geherfinancierd kon worden. In Brussel was de situatie des te gespannener geworden, omdat dit fonds grotendeels de energiearmoede bestrijdt. De studie werd erg positief onthaald door de regering, die hierop beloofde op korte termijn een indexering door te voeren.

Nieuwe faciliterende rol voor SIBELGA

Sinds de wijziging van de Brusselse ordonnantie in 2018 heeft SIBELGA veel meer gezinnen bevoorraad dan de vorige jaren. Door zijn proactiviteit heeft de DNB zijn maatschappelijke rol van facilitator vervuld, door rechtstreeks telefonisch contact op te nemen met de kwetsbare huishoudens. Klanten die een nieuw contract met een operator zouden overnemen, werden direct benaderd in de periode dat ze nog van energie werden voorzien. De adviseurs van SIBELGA konden op die manier de te volgen procedures uitleggen en wijzen op het risico op afsluiting als zij deze niet zouden volgen. De telefonische contacten, gekoppeld aan een bezoek van een technicus ter plaatse, waren een succes. BRUGEL wil de rol van facilitator van de DNB versterken, bijvoorbeeld in het kader van de te volgen procedure bij verhuizingen.




Carine Stassen

Verantwoordelijke van de dienst Socio-economische Zaken bij BRUGEL





Het volledige systeem van consumentenbescherming herzien!