De 6 vakgebieden van BRUGEL

4. Juridische zaken

Interview met Karine Sargsyan


DOWNLOAD DIT HOOFDSTUK
DELEN

Twitter  /  

Linkedin  /  

Facebook



In 2019 speelde de juridische dienst opnieuw een belangrijke rol bij BRUGEL, zowel wat zijn specifieke opdrachten betreft als voor zijn meer transversale opdrachten ter ondersteuning van de andere diensten en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering.

GAS EN ELEKTRICITEIT

Wat zijn de belangrijkste dossiers waarin de juridische dienst in 2019 adviserende of ondersteunende taken heeft vervuld voor de regering?

Karine Sargsyan: In 2019 heeft de juridische dienst van BRUGEL de algemene taak op zich genomen om de regering te adviseren bij de uitvoering van een aantal grote projecten: de werkingswijze van BRUGEL, de omzetting van het Europese 'Clean Energy Package' in de Brusselse wetgeving, de rol van de DNB in Brussel, de ontwikkeling van elektrische voertuigen, enz.

Wat hield de denkoefening over de werkingswijze van BRUGEL precies in?

Karine Sargsyan: Onze juridische dienst heeft in deze eerste fase van de denkoefening intensief gewerkt aan het definiëren van onze opdrachten en operationele procedures. We hebben ook aandacht besteed aan het begrip onafhankelijkheid binnen onze organisatie en hebben bijgedragen tot de evaluatie van de middelen die BRUGEL nodig heeft om zijn opdrachten uit te voeren.

Welk advies hebt u hieromtrent gegeven?

Karine Sargsyan: Momenteel wordt BRUGEL bestuurd door een raad van bestuur (RvB). Wij stellen voor om de verantwoordelijkheden te verdelen over een directiecomité waarin twee bestuurders zetelen - een directeur-generaal en een adjunct-directeur - en de raad van bestuur. Om de complementariteit van de functies in acht te nemen, zou de RvB zich derhalve kunnen richten op strategische beslissingen en de bestuurders op de meer operationele aspecten van de opdracht. Tijdens het boekjaar 2019 hebben we ons ook gebogen over de bezoldiging van de bestuurders in het licht van het algemene wettelijke kader dat van toepassing is in Brussel.

U vermeldde ook de omzetting van het Europese 'Clean Energy Package' in de Brusselse wetgeving. Hoe zit het daarmee?

Karine Sargsyan: Via het 'Clean Energy Package' heeft de Europese Commissie verschillende wettelijke bepalingen aangenomen die de toekomst van de energiesector in alle lidstaten vormgeven.

De omzetting van deze wetteksten in het Brusselse wettelijk kader vereist een volwassen reflectie. Wat de energietransitie betreft, wil de Europese Commissie bijvoorbeeld de consument centraal stellen in de energiemarkt. De Commissie beveelt daarom aan dat de markt proactiever wordt en meer betrokken wordt bij het besluitvormingsproces. De instrumenten om dit mogelijk te maken, worden geleidelijk aan ingevoerd en hebben onder andere betrekking op de energiegemeenschappen. Deze gemeenschappen zijn groepen burgers die beslissen om samen energie te produceren en de productie te delen volgens vooraf bepaalde procedures.

Heel wat diensten van BRUGEL lijken deze energiegemeenschappen in hun vizier te hebben. Hoe verklaart u deze belangstelling?

Karine Sargsyan: We hebben samen met het Bestuur, de regering en de marktspelers veel gedebatteerd over het begrip 'energiegemeenschap', onder meer. Het idee is om de Europese teksten zo goed mogelijk om te zetten naar het Brusselse niveau. Alle diensten binnen BRUGEL zijn erbij betrokken en de kans is groot dat het debat nog lang zal duren.

U vermeldde ook de nieuwe opdrachten van de DNB en de komst van elektrische voertuigen.

Karine Sargsyan: In 2019 hebben de regering en BRUGEL geprobeerd om de nieuwe rollen vast te leggen die DNB SIBELGA in het Brusselse energielandschap geacht wordt te vervullen. Met betrekking tot het 'Clean Energy Package' hebben we opnieuw gedefinieerd wat onder de bevoegdheid van het pakket valt en wat niet meer.

Wat de elektrische voertuigen betreft, hebben BRUGEL, de Brusselse regering en andere belanghebbenden een denkproces opgestart om de hoofdstad in staat te stellen de ambitieuze energiedoelstellingen van Europa tegen 2050 te verwezenlijken.

Welke juridische dossiers hebben het jaar 2019 gekenmerkt?

Karine Sargsyan: 2019 was een jaar van interne analyses en studies voor BRUGEL. In deze context hebben onze teams verschillende thema's behandeld en de resultaten van deze beschouwingen zullen in de loop van 2020 openbaar worden gemaakt.

In deze context hebben onze teams heel wat werk verricht rond het dossier van de vergunningsregeling. Na een vergelijkende analyse van de bestaande regelingen in andere Europese landen, waaronder Groot-Brittannië, dat een bijzonder geliberaliseerd land is, hebben we vastgesteld dat de vergunningsregeling van essentieel belang is om de markt te reguleren. We hebben ook aangetoond dat deze regeling pas volledig operationeel kan zijn als er ook relevante en kwalitatieve criteria worden vastgelegd.

Op basis van deze constatering hebben we een werkgroep opgericht die zich moet buigen over de inhoud van de beste criteria voor het verlenen van een licentie, over het ter beschikking stellen van begeleidingsinstrumenten voor leveranciers en over de methoden voor het toezicht op die leveranciers.

Welke andere juridische onderwerpen kwamen in 2019 aan bod?

Karine Sargsyan: Het dossier aangaande frauduleus verbruik of verbruik zonder contract genoot onze volledige aandacht in 2019. In deze context hebben onze teams een ambitieuze juridische analyse gemaakt van de Brusselse rechtspraak hieromtrent. We hebben vastgesteld dat dezelfde feiten op een andere manier werden beslecht, al naargelang de rechter. Aangezien de regels voor frauduleus verbruik zonder contract niet altijd even duidelijk zijn, zijn beslissingen te vaak afhankelijk van de interpretatie van de magistraat. Op dit gebied zijn er enorme tekortkomingen. Daarom wil BRUGEL de regeling rationaliseren door het technisch reglement te herzien en de rechten en plichten van de operatoren en de consumenten te verduidelijken.

Hoe zit het met de controle van de algemene voorwaarden van de leveranciers?

Karine Sargsyan: Eind 2018 heeft BRUGEL de bevoegdheid gekregen om de algemene voorwaarden van de leveranciers te controleren. Deze bevoegdheid is nog niet geactiveerd, maar in 2019 vond hierover een grondige denkoefening plaats. Op dit vlak heeft BRUGEL gekozen voor een didactische aanpak, met de ontwikkeling van een lesbundel over de openbare dienstverplichtingen van de leveranciers. BRUGEL zou de leveranciers hulpmiddelen ter beschikking kunnen stellen die hen zouden helpen om zich in orde te stellen met de Brusselse wetgeving, alvorens de daadwerkelijke controle op te starten.

En hoe zit het met de herziening van de technische reglementen?

Karine Sargsyan: Gezien de snelle ontwikkelingen op de markt leek het ons essentieel om de technische reglementen te herzien. Deze herziening is een veelomvattende onderneming geweest vanwege het groeiende aantal nieuwe diensten, de inwerkingtreding van de Europese netcodes en het 'Clean Energy Package'.

Naar aanleiding van deze analyse hebben we de bevestiging gekregen dat de transformatie van de energiesector gepaard moet gaan met een modern technisch reglement. Daartoe zal de Brusselse DNB zijn aanpak wijzigen om een nieuwe rol te spelen als facilitator op deze markt, met een bijzondere aandacht voor de vereisten van de energietransitie. We herinneren eraan dat BRUGEL de bevoegdheid heeft om deze technische reglementen goed te keuren en dat dit prerogatief oordeelkundig zal worden benut. In deze geest heeft BRUGEL een stappenplan op drie jaar voorgesteld om de modernisering van dit instrument te voltooien.

De Brusselse energiemarkt wordt door de energieleveranciers als gespannen beschouwd. En sommige leveranciers zijn wel erg creatief om slechte betalers uit hun klantenbestand te weren ... Hoe denkt u deze praktijken uit te wereld te helpen?

Karine Sargsyan: We hebben alle praktijken in kaart gebracht die de leveranciers op de markt hanteren om bepaalde klantenprofielen te selecteren en te weren. Deze procedure bestaat er in feite in om - met middelen die twijfelachtig kunnen blijken - uit het potentiële klantenbestand de mogelijke wanbetalers te schiften. In de loop van 2019 is BRUGEL met bepaalde leveranciers in gesprek gegaan over deze dubieuze praktijken. Met deze acties maakte BRUGEL duidelijk dat hij actief toezicht houdt op de naleving van de praktijken en de ordonnantie.

In 2019 heeft BRUGEL een studie uitgevoerd naar de correcte toepassing van de schadevergoedingsregeling. Welke conclusies trekt u uit deze studie?

Karine Sargsyan: In de ordonnantie van Brussel wordt inderdaad gesteld dat de distributienetbeheerder in bepaalde gevallen, met name wanneer een stroomonderbreking meer dan 6 uur duurt, verplicht is om alle klanten die door deze stroomonderbreking zijn getroffen, te vergoeden. In 2019 heeft BRUGEL een studie uitgevoerd naar de correcte toepassing van deze schadevergoedingsregeling.

Op basis van de gegevens van SIBELGA voor 2018 (beschikbaar in 2019) hebben we aldus vastgesteld dat de compensatie die de distributienetbeheerder aan zijn klanten toekent voor stroomonderbrekingen van meer dan 6 uur ongeveer € 30.000 bedroeg. Rekening houdend met de beschikbare cijfers over de stroomonderbrekingen en in de veronderstelling dat de betrokken verbruikers een klacht hebben ingediend, zou dit bedrag op € 264.000 moeten uitkomen. Dit betekent dat slechts 15% van de consumenten hun recht in 2019 heeft geactiveerd. In het licht van dit onderzoek hebben we de DNB gewezen op zijn verplichtingen. Voor de aansluiting van gasinstallaties en eengezinswoningen is de situatie nog problematischer gebleken. De vertragingen hadden een impact op 70% tot 75% van de geplande aansluitingen, zonder dat er ook maar één enkele consument werd gecompenseerd. Aan leverancierszijde hebben we ook vastgesteld dat er weinig of geen schadevergoedingen werden uitbetaald, ondanks dat er enkele twijfelachtige praktijken zijn vastgesteld. We hebben proactief getracht om de situatie recht te trekken, omdat we van oordeel zijn dat dit stelsel in zijn huidige vorm weinig efficiënt is.

Daarom hebben we de DNB opgeroepen om meer toelichtingen te verstrekken en zich in te spannen om over zijn vergoedingsverplichtingen te communiceren. We hebben hem ook gevraagd om desgevallend zijn weigeringen van schadevergoedingen beter te staven.

Op basis van dit onderzoek zijn we tot de conclusie gekomen dat in sommige gevallen de schadevergoeding moet worden geautomatiseerd (zoals in Nederland of Frankrijk), zonder dat er noodzakelijkerwijs een verzoek van de consument nodig is. Wij zullen deze visie voorstellen in ons volgende advies over de wijziging van de ordonnantie en verzoeken om de toepassing van dit artikel binnen een tijdspanne van 2 tot 3 jaar.

Hoe zit het met de procedure voor de noodleverancier?

Karine Sargsyan: Sedert enkele jaren trachten BRUGEL en de andere regulatoren in ons land een effectieve procedure tot stand te brengen om het faillissement of het in gebreke blijven van een energieleverancier aan te pakken. In 2019 hebben nieuwe faillissementen van leveranciers ons in staat gesteld om de procedures voor dergelijke gevallen op punt te stellen. Het advies dat we samen met alle andere regulatoren hebben opgesteld, is momenteel ter openbare raadpleging voorgelegd. De belangrijkste doelstelling van dit advies is dat het netwerk niet wordt verstoord door het faillissement van een leverancier en vooral dat de consument niet wordt getroffen. Wij steunen het uitgangspunt dat de DNB een volledig actieve rol moet spelen bij het beheer van een mogelijk faillissement.

Wat waren uw ondersteuningsopdrachten voor de andere diensten?

Karine Sargsyan: De omzetting van het 'Clean Energy Package' is niet beperkt gebleven tot advies aan de regering of louter advies betreffende de Brusselse ordonnantie. Gezien zijn transversale dimensie heeft dit thema impact gehad op heel wat dossiers die BRUGEL behandelt. Voor het investeringsplan hebben we bijvoorbeeld actief samengewerkt met de Dienst Markt en Netten, die de adviezen over dit onderwerp coördineert. We hebben in het bijzonder de verenigbaarheid van de productieactiviteit van SIBELGA met het Europees recht onderzocht en een advies over zijn opdrachten van openbare dienst voorgesteld.

We hebben ook samengewerkt met de tariefdienst, erop toeziend dat de beslissingen niet discriminerend zijn. Voor dit dossier hebben we rekening gehouden met alle eventualiteiten van de Europese wetgeving om te analyseren hoe de EU de tariefmaatregelen integreert en welke lijnen moeten worden gerespecteerd.

In 2019 werkten we tot slot ook samen met de dienst Hernieuwbare energie. In deze context heeft BRUGEL de bevoegdheid gekregen om af te wijken van de markt- en tariefregels voor alles wat betrekking heeft op innovatieve projecten. We hebben met de dienst samengewerkt aan een kader voor 'innovatieve projecten'. We hebben onder meer geconcludeerd dat dit kader ook de notie energiegemeenschappen zou kunnen omvatten. We hebben zodoende bijgedragen aan het opzetten van een 'regulatory sandbox' waardoor gemakkelijker vergunningen voor innoverende projecten kunnen worden verleend.

Welke maatregelen hebt u genomen inzake de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)?

Karine Sargsyan: In 2018 heeft de juridische dienst van BRUGEL de inwerkingtreding van de algemene verordening gegevensbescherming gestuurd. In de loop van 2019 heeft onze dienst aanzienlijke middelen ingezet om zich te schikken naar deze verordening. We hebben vooral gewerkt aan een classificatieregister dat bepaalt hoe de gegevens waarover we beschikken, moeten worden verwerkt. We hebben ook een DPO (Data Protection Officer) en een CSO (Chief Security Officer) aangesteld en de aanzet gegeven tot verdere werkzaamheden. De naleving van dit omvangrijke dossier zal in 2020 van kracht worden.

WATER

Voor de watersector heeft de juridische dienst van BRUGEL in 2019 verschillende ondersteunende opdrachten op zich genomen met betrekking tot de praktische werking en het opzetten van een bemiddelingsdienst.

Hoe heeft uw dienst bijgedragen aan de behandeling van waterdossiers in 2019?

Karine Sargsyan: In de loop van 2018 heeft BRUGEL de bevoegdheid voor de tarifering in de watersector en de goedkeuring van de algemene voorwaarden op zich genomen. Deze bevoegdheid stelt ons voortaan in staat toezicht te houden op de wijze waarop de waterprijs wordt vastgesteld en op de algemene verkoopvoorwaarden van VIVAQUA. Via deze dubbele opdracht kan BRUGEL aldus ingrijpen in de regels die VIVAQUA aan alle watergebruikers binden (metingen, factureringsregels, aansluitingsmodaliteiten, enz.).

In 2019 ging BRUGEL verder met de organisatie van themaworkshops met de medewerkers van VIVAQUA om na te denken over alle praktische werkingsmodaliteiten. Aangezien VIVAQUA bezig is met het digitaliseren van zijn dagelijks beheer via een nieuw SAP-systeem, werden met deze projecten ook een aantal benaderingen verduidelijkt. Niettemin heeft BRUGEL officiële brieven naar VIVAQUA gestuurd om te wijzen op de noodzaak om werk te maken van de goedkeuring van de algemene voorwaarden en om deze twee projecten te coördineren. BRUGEL is van mening dat de vertraging bij het opstellen van de algemene voorwaarden in verschillende opzichten problematisch is. De huidige algemene voorwaarden zijn immers onvolledig en komen niet meer overeen met de praktijk. Ze moeten dan ook worden bijgewerkt. We stellen ook vast dat de watergebruiker onvoldoende beschermd is. Zo voorzien de huidige algemene voorwaarden op het gebied van facturering in weinig of geen maatregelen met betrekking tot bijvoorbeeld de inhoud van de factuur, de periodiciteit van de factuur en de rechten van de gebruikers om deze periodiciteit te kiezen. Er is ook weinig duidelijkheid over de hulpmaatregelen bij de betaling van de factuur of het bestaan van de Klachtendienst bij Vivaqua en de Waterbemiddelingsdienst bij BRUGEL.

Er dient te worden opgemerkt dat BRUGEL in dit dossier enkel een goedkeuringsbevoegdheid heeft en dat initiatieven met betrekking tot de algemene voorwaarden in principe van VIVAQUA afhangen. Om de bescherming van de gebruikers te optimaliseren, doet BRUGEL er echter alles aan om vooruitgang te boeken in dit dossier.

In 2018 werd de Brusselse regulator belast met de oprichting van een bemiddelingsdienst voor de watersector. Welke stappen hebt u in dit dossier ondernomen in 2019?

Karine Sargsyan: In overeenstemming met de Brusselse ordonnantie heeft BRUGEL inderdaad de opdracht gekregen om een bemiddelingsdienst op te zetten voor de watersector. In 2019 heeft onze Juridische Dienst deze dienst opgericht, die op 1 januari 2020 operationeel is geworden. Tijdens deze werkzaamheden hebben we de regering opnieuw gewezen op het feit dat het ons inziens niet de rol van een regulator is om een bemiddelingsdienst te leveren. We zijn ervan overtuigd dat onze opdracht er in de eerste plaats in bestaat om geschillen te behandelen en bindende maatregelen op te leggen, net als voor de energiesector. Temeer daar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2019 het initiatief heeft genomen om een gewestelijke bemiddelingsdienst op te richten. Als deze nog niet operationeel is, dan zal dat wellicht snel gebeuren. Deze dienst zal dan alle "bemiddelings"-aspecten voor de watersector voor zijn rekening kunnen nemen. Gelet op het feit dat de ordonnantie niet in die zin is gewijzigd in 2019, hebben we ons aan de wet gehouden, al hebben we hierbij een relatief minimalistische benadering aangenomen. Voor onze nieuwe bemiddelingsdienst hebben we een reeks procedures opgesteld en een IT-tool ontwikkeld om bemiddelingsdossiers op te volgen.




Karine Sargsyan

Verantwoordelijke van de juridische dienst bij BRUGEL





Luisteren naar de energie- en watersector.




2019 was een jaar van interne analyses en studies voor BRUGEL. In deze context hebben onze teams verschillende thema’s behandeld en de resultaten van deze beschouwingen zullen in de loop van 2020 openbaar worden gemaakt.




Om de bescherming van de gebruikers te optimaliseren, doet BRUGEL er echter alles aan om vooruitgang te boeken in dit dossier.